Projectonderwijs: Wat is het en hoe werkt het?
Het is afwisselend, verfrissend en een tikkeltje verwarrend; projectonderwijs. Momenteel zit ik in het derde jaar van mijn hbo-opleiding Docent Dans op Codarts in Rotterdam. Dit is een dansopleiding die zich zowel richt op dansen als op dansles geven. Op deze opleiding wordt in het tweede en derde jaar gewerkt aan de hand van projectonderwijs. Maar wat is dat nou precies?
Wat is het?
Bij projectonderwijs werk je in drie blokken van tien weken aan een project, waaromheen de
theorielessen zijn gebouwd. Het zijn een soort stages, maar dan in het klein. Je project is namelijk
altijd in samenwerking met een externe stageaanbieder.
Aangezien ik een docent-dansopleiding doe, hebben die projecten altijd te maken met dans of
dansles geven.
Ieder blok van tien weken stelt een andere doelgroep, kleuters, tieners of volwassenen, centraal.
Hieromheen worden de theorielessen gebouwd. Werk je met kleuters, dan krijg je lessen als
ontwikkelingspsychologie van kleuters of theorie over het lesgeven aan kleuters. Werk je met een
middelbare schoolklas, krijg je lessen die daarop aansluiten.
Een keer in de week ga je naar je stageplek om, afhankelijk van je project, les te geven of te dansen.
Na tien weken is het project voorbij en kies je een volgend project. Je hebt daarbij altijd de keuze uit
vele projecten die verband houden met verschillende doelgroepen en contexten.
Het is dus ook zo dat niet iedereen in de klas hetzelfde project heeft. Meestal werk je in groepjes
tussen de twee en zes mensen aan een project. Dit kunnen zowel mensen uit het derde jaar als uit
het tweede jaar zijn. Bij de projecten zijn de twee klassen gemengd.
Voordelen van projectonderwijs
De voordelen van projectonderwijs vind ik dat je veel keuze hebt binnen wat je in het jaar kan doen.
Je kan een project kiezen dat aansluit op je interesses, mits je ook bij je keuze wordt ingedeeld,
natuurlijk. Hierdoor wordt het schooljaar een iets minder grote sleur en bouw je connecties op met
de mensen waarbij je je projectstage loopt.
Ik heb veel leuke projecten gehad. Zo heb ik samen met een groepje een eigen voorstelling gemaakt
en heb ik dansles gegeven op een kleuterschool. Hiervan heb ik meer geleerd dan wanneer ik slechts
in de schoolbanken had gezeten.
Ook vind ik het leuk dat klas twee en drie worden gemengd. Zo leer je meer mensen van je opleiding
kennen en is er veel afwisseling in met wie je samenwerkt.
Nadelen van projectonderwijs
Toch kent het projectonderwijs ook wat nadelen. Doordat iedereen verschillende projecten kiest,
voelt het soms alsof iedereen een andere route volgt. Met sommige mensen werk je nooit samen aan
hetzelfde project. Die mensen zie je dus, behalve in de danslessen, niet zo veel. Er zijn mensen uit
mijn klas die al vanaf het begin van het projectonderwijs andere projecten hebben gehad en die ik in
de theorielessen dus weinig ben tegengekomen. Hierdoor ontstaat er als het ware een soort
tweedeling in de klas. Dat vind ik wel jammer. Het maakt het rooster soms ook wat verwarrend omdat niet iedereen in de klas dezelfde lessen heeft.
Ook vind ik een nadeel van projectonderwijs dat de theoretische kennis enkel wordt getoetst op je project. Je schrijft er verslagen over en werkt naar een eindproduct toe, waaraan je beoordeling vastzit. Je hebt dus geen ‘normale’ toetsen meer. Dat op zich vind ik minder stressvol dan een schriftelijke test, maar wat wel vervelend is, is dat je dus in de verslagen die je schrijft zo veel mogelijk van de kennis moet proppen die je de afgelopen periode hebt opgedaan. De docenten moeten kunnen zien dat je iets hebt geleerd en dingen snapt, waardoor het soms voor mijn gevoel heel geforceerd in een verslag moet worden opgenoemd, omdat je anders niet goed getoetst kan worden.
De lessen voelen doelgerichter
Over het algemeen vind ik het projectonderwijs een leuke en afwisselende manier van onderwijs. Natuurlijk vind ik niet alle theorielessen even leuk of interessant, maar ik kan het tenminste wel meteen toepassen in de praktijk. Hierdoor voelen de lessen doelgerichter. Het enige dat ik zou doen als ik iets mocht veranderen, zou dat de tweedeling tussen de twee contexten iets kleiner zou worden. Ik zou iets meer lessen met de hele klas doen, in plaats van per context. Zo zou ik me ook iets meer betrokken voelen in de projecten van anderen.
Kortom; projectonderwijs maakt het schoolleven een stuk afwisselender. Het zorgt voor variatie, leuke stages, connecties maar soms ook wat gedoe.