Geneeskunde

Uitgangspunt van de opleiding is dat je een goede arts wordt. Daar is veel voor nodig: kennis, vaardigheden en professioneel gedrag. Je gaat aan de slag in de praktijk met patiënten en zorgverleners.
Al direct in het eerste jaar heb je contact met patiënten in verschillende situaties. Zo kun je de geleerde theorie direct in de praktijk toepassen. Als arts behandel je namelijk niet een ziekte, maar een persoon met een ziekte. Goed kijken naar de context van de patiënt is nodig om een goede arts te worden. Je oefent ook consultvoering en lichamelijk onderzoek samen met je medestudenten.
Naast medische deskundigheid en inhoudelijke kennis heb je als arts nog meer competenties nodig. Denk onder andere aan samenwerken, communiceren en een professionele houding. Deze vaardigheden ontwikkel je tijdens de studie samen met een coach en je medestudenten. Daarnaast werk je veel samen met BMW-studenten zodat je een breder perspectief op de gezondheidszorg ontwikkelt.
In de bachelor geneeskunde krijg je veel zelfstandigheid. Hierdoor kies je zelf hoe en wanneer je wilt leren. Hoe verder je komt in de bachelor hoe meer ruimte er is om aan de slag te gaan met de onderwerpen die jou interesseren bijvoorbeeld in projecten en tijdens minoren. Onze studenten waarderen dat er tijdens de studie ook de ruimte is om activiteiten te ondernemen naast de studie.